donderdag 10 maart 2011

‘Flip de Fluiter’ was een Arnhems straatfiguur en bewoner van Bronbeek in de jaren ’50. Iedereen kende hem. Niemand wist zijn ware naam.
Wie was hij echt? Niek B Ravensbergen onthult zijn identiteit.

1. Zoektocht

Flip de Fluiter. Hoe vaak hoor ik oudere Arnhemse dames steeds over hem praten! Het verhaal dat men vertelt is altijd weer hetzelfde, en flinterdun. Hij stond op straat en in de kroeg bekend door zijn Bronbeekuniform, kennelijke staat, Vitesse-petje en gefluit naar bijna alle Arnhemse meisjes. Zijn faam reikt tot in onze jaren. Maar wie was hij nu werkelijk?
Ik wilde het platte cliché meer inhoud geven en de man recht te doen. Ging dus gericht vragen aan wie het maar zou kunnen weten. Velen kenden hem, vaak nog uit eigen ervaring. Maar zij wisten weinig vertellen. Kennelijk was Flip weinig open geweest over zichzelf. Of was niemand in zijn naam of verhaal geïnteresseerd. Of is het gewoon te lang geleden. En met een bijnaam als zoekwoord kom je in archieven ook niet ver.  Ook een oproep in de lokale kranten leverde weinig op.

2. Spoor naar Venlo

De kentering kwam toen ik er een keer met collega en buurtgenoot over sprak. Zij raakte geïnteresseerd en ging ook in haar omgeving rondvragen. Een kennis van haar kwam met een naam. Deze gezocht en ook gevonden in het bewonersregister van Bronbeek. Maar ja, is dat dan ook echt Flip? Daarover stond niets in de persoonsgegevens. Wel een naam en adres van een zwager in Venlo. Zou die nog leven, vindbaar zijn, en uitsluitsel kunnen geven? We hebben het immers over zestig jaar en meer geleden.

3. Bingo !

Op het adres in Venlo bleek Henk R. te wonen, die vertelde dat zijn stiefoom op Bronbeek in Arnhem had gewoond en daar bekend stond als ‘Flip de Fluiter’. Raak! De naam van zijn stiefoom was: Frans Stevens. Frans kwam af en toe bij hen thuis. Neefje Henk keek op tegen zijn bijzondere oom uit Arnhem met zijn indrukwekkende uniform. Wel vond hij dat stiefoom Frans met zijn ziel onder zijn arm leek te lopen. Frans hielp Henks vader soms in het stukadoorsbedrijf. Dit is goed te rijmen met het beroep dat vermeld staat in de persoongegevens van Frans Stevens op Bronbeek: ‘opperman’ (arbeider die zorg voor aanvoer van bouwmaterialen).

4. Wat we nu over hem kunnen vertellen?

Laten we nu de persoonsgegevens in het Bronbeekarchief en het Centraal Bureau voor Genealogie combineren met wat mensen mij over hem vertelden. Dan kunnen we een stuk van zijn levensverhaal construeren.

5. Soldaat in Nederlands-Indië

Frans Stevens werd geboren op 20 januari 1889 in de Limburgse gemeente Arcen en Velden. In maart 1917 ging hij in militaire dienst. Waarom, en waarom juist toen? Hij was toen 28 jaar en het was midden in de Eerste Wereldoorlog. Economisch ging het toen slecht door de oorlog. Was hij werkloos en zag hij zo een middel om toch aan de kost te komen of het verarmde Nederland te ontvluchten? Nadat hij een half jaar lang zijn militaire opleiding had gekregen vertrok hij Nederlands-Indië.
Frans Stevens als actief dienend militair

6. Pensioen na 12 jaren

Frans keerde in december 1932 op 43-jarige leeftijd uit Indië terug via Bandoeng. Hij was toen soldaat der infanterie 1e klasse van het KNIL. De dag na zijn terugkeer werd hij gepensioneerd. Daarvoor beschikte hij toen over ruim voldoende dienstjaren. Immers, zijn jaren in de tropen telden dubbel. Vond hij het wel welletjes? Frans was bij zijn pensionering in het bezit van een Mobilisatiekruis en een Zilveren Medaille. Deze laatste kreeg je voor twaalf jaren trouwe militaire dienst in de tropen. Echt bijzonder is dat niet, want velen hadden die onderscheiding.

7. Naar Bronbeek

Op 2 mei 1947 nam Stevens op 58-jarige leeftijd zijn intrek in het Koloniaal Militair Invalidenhuis Bronbeek. Op dat moment woonde hij in Venlo. Frans was ongehuwd, had geen ouders en geen kinderen. Dat hij aanklopte bij Bronbeek is niet vreemd. Bronbeek was bij uitstek bedoeld voor mannen die in zo’n situatie verkeerden.
Tehuis Bronbeek in de jaren 1940

8. Moeilijk op bed te houden

Tussen 1953 en 1959 werd hij bijna elk jaar enige weken tot maanden verpleegd in het hospitaal van Bronbeek. Een oud-verpleegkundige van het hospitaal herinnert zich ‘Flip’ nog goed. Hij was volgens haar vriendelijk en behulpzaam en had altijd boodschappenlijstjes van anderen bij zich. Hij bezorgde ook wekelijks haar loonzakje aan huis. Daarvoor kreeg hij van haar ouders dan een fooi. Ze herinnert zich ook nog dat hij moeilijk op bed te houden was.

9. Vitessefan

Dat hij een fervente fan was van de Arnhemse voetbalclub Vitesse is overduidelijk geworden. Hij werd vaak in de kantine van Vitesse gezien. Hij werd er wel eens op een borrel getracteerd en daarna met de taxi naar huis gestuurd. Iemand anders herinnert zich dat hij met de Vitessevlag over straat liep. Onder zijn (verplichte) zwarte Bronbeekpet droeg hij een clubpetje van Vitesse.

10. Boodschapper

Op Bronbeek hield Frans zich bezig met boodschappen doen. Zes jaren stond hij als ‘boodschapper’ geregistreerd. Alle andere functies had hij steeds maar een half jaar of korter. Kennelijk beviel de vrijheid van de straat hem het beste. In zijn kortstondige andere ‘baantjes’, zoals eetzaalbediende, wasgoedverzorger en stukkenpoetser, zou hij ook nooit zo’n bekend straatfiguur zijn geworden. De zoon van de naburige VIVOkruidenier herinnert zich Flip als een vrij kleine man, die vaak boodschappen in hun winkel kwam halen. Hij verdiende in 1949 met boodschappen doen 60 cent per dag, een aardig zakcentje voor die tijd.

11. Verkleed in optocht

Stevens op een wagen van Bronbeek, mogelijk in de bevrijdingsoptocht van 5 mei 1952. Hij staat rechts van de vlag, verkleed als inheemse gevangene in een KNIL-bivak.

12. De Fluiter

En hoe zat het nu met zijn bijnaam ‘Flip de Fluiter’? Velen hebben Frans fluitend over de straat zien lopen. Hij ‘tjilpte vaak alles door elkaar heen’, zei men. Hij floot ook wel gericht. Naar het vrouwelijk schoon op straat (de echo daarvan is tot heden hoorbaar). En ook in cafés naar de ober, maar dan voor een borreltje. ‘Flip de Fluiter’ was een liedje van de Ramblers en het Tonette Trio. Het kwam uit in 1939 en kreeg grote bekendheid. Iemand die in die jaren veel floot heette dan al snel ‘Flip de Fluiter’. Het liedje is nu te beluisteren op YouTube.

13. Drank

Dat Frans zeer vertrouwd was met drank is in Arnhem ruimschoots bekend geworden. Eén van de mensen die zich hem nog herinnert vertelde dat hij hem rond 1954 op de Velperweg voor een bus vandaan heeft getrokken. Hij zou daar anders met zijn dronken hoofd onder zou zijn gelopen. Ook zijn stiefneef kon bevestigen dat drank een centraal gegeven was in het leven van Frans. Hij vertelde dat hij eigenlijk met hem te doen had.

woensdag 9 maart 2011

14. Bestraffingen

Het liep niet zo goed af met Frans op Bronbeek. Zijn strafregister heeft een aanzienlijke lengte. Het ongewenste gedrag begint drie jaar na zijn opname. De vermeldingen volgen elkaar daarna gestaag op met een gemiddelde van vijf per jaar. Zijn meest frequente ‘misstappen’ waren te laat thuis komen en allerlei variaties van dronkenschap buiten Bronbeek. Bestraffingen voor dronkenschap kwamen overigens geregeld voor in het toenmalige Bronbeek. Meestal in de vorm van huis- of landgoedarrest. Bij Stevens liep het aantal arrestdagen in de loop der jaren steeds verder op. Een enkele keer werd hij dronken door de politie thuis gebracht. Soms ging hij er dezelfde avond dan nogmaals vandoor.

15. Escapades

Tragikomisch is het volgend voorval. Frans kwam weer eens in dronken staat voor de gesloten poort van het tehuis. Hij probeerde toen maar ongemerkt over het hek te klimmen. Daarbij bleef hij aan zijn broekriem op een van de hekpunten hangen en moest uit die benarde positie worden bevrijd. De oud-verpleegkundige gaf aan, dat zijn herhaaldelijke opnames in het hospitaal verband hielden met breuken of verstuikingen die hij bij zijn escapades opliep.

16. Verwijdering

De toenmalige commandant Generaal van Santen waarschuwde Stevens in 1955 dat op nieuwe dronkenschap verwijdering uit het tehuis zou volgen. Hij schreef dit nogmaals in het strafregister in mei 1956. Stevens ‘bracht de naam van het instituut in opspraak door zich buiten Bronbeek in uniform in kennelijke staat te misdragen’, aldus Van Santen. De man zag zich uiteindelijk genoodzaakt Frans op 6 juni 1959 daadwerkelijk uit Bronbeek te verwijderen.

17. Zes adressen in vier jaar

Opmerkelijk is dat Stevens in 1959 en 1960 drie maal vergeefs een verzoek tot wederopname in Bronbeek heeft gedaan. Na zijn vertrek uit Bronbeek heeft hij in ruim zes jaar op vier adressen in Nijmegen gewoond. Daarna nog een jaar in Amersfoort en een jaar in Wageningen.

18. Spagaat

Samenvattend zien we een Bronbeker die ogenschijnlijk net zo onbezorgd door het leven ging als zijn bijnaam en het collectieve beeld in Arnhem suggereren. Maar de schijn bedriegt zeer waarschijnlijk. Frans Stevens lijkt vrijheid nodig te hebben gehad. Mogelijk werd hij door een innerlijke onrust gekweld en voortgedreven. Zeker zullen we dat niet weten. Hij zocht het buiten Bronbeek op straat, in zijn werk als boodschapper en in de drank. Hij liet zich door de huisregels van het instituut niet te veel hinderen. Toen hij de grenzen van wat op Bronbeek aanvaardbaar was dan toch bereikte werd hij verwijderd: een 70-jarige, alleenstaande man met een alcoholprobleem. De vele verhuizingen in relatief korte tijd tonen dat er na zijn vertrek uit Bronbeek weinig rust in zijn leven kwam. Zijn verzoeken tot wederopname geven aan dat hij de beschutting van een tehuis toch zocht en nodig had. Een tragische spagaat.

19. Frans Stevens werd 79 jaar

Frans Stevens overleed in maart 1968, 79 jaar oud.
Zijn begrafenis werd bijgewoond door vijf personen.
Deze pagina is een bewerking van het artikel 'Flip de Fluiter: Bronbeker uit de jaren ’50 geïdentificeerd'. Het verscheen in het Bronbeekbulletin van maart 2011.

Naar mijn homepage